Het
stadswapen van Leiden toont
de Nederlandse leeuw met zwaard en schild, met twee gekruiste sleutels waarvan de baarden naar buiten
zijn gekeerd, en de spreuk "Haec libertatis ergo" (dit omwille
van de vrijheid).
Dit wapen zien we in het stempel van de frankeermachine die
gebruikt werd door de gemeente Leiden. De spreuk is
afkomstig uit de eerste jaren van de 80-jarige oorlog toen zij als rand-
schrift diende voor het noodgeld.
De sleutels
symboliseren de beschermheilige van de stad, Sint Pieter.
Op 27 juni 1121
werd de Pieters- kerk, oorspronkelijke naam: Sint Pieterskerk, door de Utrechtse
bisschop Godebald gewijd aan de apostel Petrus, de heilige met de
sleutels.
Na de wijding van
de Sint Pieterskerk werd de apostel Petrus niet alleen de patroon van de
kerkelijke, maar ook van de burgerlijke samenleving.
Daarom droeg het stadszegel oorspronkelijk ook de beeltenis van de apostel Petrus.
Het wapen van de
stad Leiden veranderde vele malen, vooral sinds het begin van de Franse
overheersing.
|
Vanaf 1950 wordt
een wapen gevoerd, dat is omschreven als:
"het schild
gehouden door een rode leeuw, in de rechter voorklauw een ontbloot zilveren zwaard met gouden gevest
opgeheven
houdend, het geheel op een vestingwal van steen, waarin in zwarte letters
de oude wapenspreuk "Haec libertatis ergo".
De gekruiste
Leidse sleutels vinden we ook terug in het 1e dag-stempel 3 October 1950. Het werd door
de P.T.T. aangebracht op de FDC bij de uitgifte van twee
postzegels ter herdenking van het 375-jarig bestaan van de Leidse
Universiteit.
|