Leiden in de filatelie

2.  Archeologische opgravingen

In de loop der tijd zijn in de omgeving van de zuidelijke oevers van de Oude Rijn regelmatig archeologische vondsten uit de Romeinse tijd gedaan.
In 1968 werd door archeologen onder leiding van het Instituut voor Prea- en Proto-historie in de omgeving van Zwammerdam een systematisch onderzoek ingesteld.
Van 1968 tot 1971 legde men de restanten bloot van het fort Nigium Pullum, dat daar van het midden van de eerste eeuw tot het midden van de derde eeuw na Christus heeft gelegen.
Na de toevallige vondst van een boomstamkano (december '71) werd het onderzoek voorgezet, waarbij onder andere drie grote eikenhouten transportschepen werden gevonden.

De zegel van 55+20 cent uit de serie Zomerzegels 1977 toont de kleinste van de drie schepen.

Ook de zegel 45+20 cent uit dezelfde serie kan met Leiden in verband worden gebracht.
Dit zegel toont een afbeelding van het altaar van Nehalennia.
De godin Nehalennia was vermoedelijk een Keltische voorspoeds- en moeder- godin, die tot in de Romeinse tijd werd vereerd. Haar tempel stond aan de oever van de Schelde, maar werd door het geweld van de zee weggeslagen.
Bij baggerwerkzaamheden in de Oosterschelde werden in 1970 diverse altaren, beelden en bouw- fragmenten opgehaald. Het op deze zegel afgebeelde altaar is bijna 90 cm hoog en dateert van ca 200 na Christus.
Blijkens de Latijnse inscriptie is het aan Nehalennia gewijd door Sextus Severinius Severus, als dank voor zijn behouden terugkeer van een zeereis.
Het altaar bevindt zich nu in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

NVPH 1135

NVPH 1134

 

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt
op zondag, 20-12-2015.